Queenstown to Cairns: ook dat is reizen...
Blijf op de hoogte en volg Stijn
26 Oktober 2014 | Nieuw Zeeland, Christchurch
Hebben we ons dan de afgelopen dagen verveeld? Soms. Hebben we het slecht? Absoluut niet. Wat hebben we dan wel gedaan? Ik zal beginnen met wat we niet gedaan hebben. In de laatste update schreef ik dat we samen met Teun een camper gingen zoeken en daarmee twee weken door Nieuw Zeeland gingen crossen. Dat feest ging helaas niet door, want een last-minute camper boeken bleek een onmogelijke opgave. En dus werd besloten om per bus (niet de verschrikkelijke Kiwi) en vliegtuig snel naar Queenstown te reizen. Tussendoor deden we drie dagen hoofdstad Wellington aan, een stad met een overvloed aan bars, cafeetjes en restaurants. Een stuk kleiner, maar ook veel sfeervoller dan Auckland. Al met al een prima plek om een paar daagjes te vertoeven, maar toen het kouder en natter werd waren we ook blij dat we weer verder konden. In Wellington dronken we ook nog wat biertjes met Chris, de neef van Paul woonachtig daar, en hakte Teun de knoop door om niet mee naar Queenstown te gaan en direct naar Australië te reizen, om daar dollars te gaan verdienen om z'n reis te kunnen continueren. En zo veranderde er een hoop in de plannen die dagen.
Na een vlucht naar Christchurch en busreis van een uur of 8 kwamen we aan in Queenstown. Queenstown is klein, gezellig en vooral heel mooi. Het stadje ligt aan het water in een vallei en heeft dus een kleine haven en een even zo klein strandje. Hoe zullen we het noemen, pittoresk? Met uitzicht op de mooie vallei dronken Paul en ik heerlijk wat Corona's (raar maar waar: in een land waar alles duur is, is Corona goedkoper dan de meeste normale bieren) in de zon. Om onze opgebouwde honger te stillen aten we die avond een Fergburger. Dit blijkt een fenomeen te zijn in Queenstown, want iedere avond stond de rij tot buiten op straat. Ook wij waren verkocht en later die week bevonden we ons nogmaals in die bewuste rij. Dat brengt me bij de voornaamste reden van ons bezoek aan Queenstown. Het stadje ligt namelijk het dichtst in de buurt van de hiketocht die we wilden lopen: de Routeburn Track, 32km lang verspreid over twee dagen. Drie dagen was ook een optie, maar dat leek ons niet nodig...
Eerder liepen we al de Tongariro Alpine Crossing die ons tot waanzinnige hoogtes bracht, de Routeburn Track was op zijn eigen manier ook weer waanzinnig. Afwisselende stukken vlak en stijl, prachtige uitzichten en diepe valleien. Wederom waren we vroeg afgezet door een ouwe mompelende baas, met het haar groeiend uit z'n oren en pretenderend de tocht zelf al tig keer gelopen te hebben, die ons vertelde dat we de Lake MacKenzie Hut (onze overnachtingsplek) toch wel in zo'n vier en een half uur konden bereiken. Later die dag bleek dat dit onzin was of dat we te maken hadden gehad met een gruwelijke speedy gonzalez. Na 20km en een goede 7 uur klimmen, klauteren en dalen kwamen we dan toch bij onze overnachtingsstek. Hier moet wel bij worden aangetekend dat we met name in het begin regelmatig 'off the beaten track' gingen om een en ander van dichterbij te bekijken. De Lake MacKenzie Hut was gelegen aan, hoe kan het ook anders, Lake MacKenzie en zag er op het oog zeer belovend uit. Echter is oktober nog 'winterseason' in Nieuw Zeeland en dat betekend dat zo'n beetje iedere voorziening in de hutten ontbreekt. Geen douche, geen gasfornuis, geen potten en pannen en één wc, dat kon er nog net van af. Een ervaren hiker, zoals er velen waren, bereidt zich op dit soort toestanden voor en neemt deze hele inboedel in een rugzak mee. Paul en Stijn niet. Die vergeten zo'n beetje alles wat belangrijk is en presteren het toch om met een tas vol spullen op pad te gaan. 's Nachts bleek dat een dikke slaapzak in plaats van een dunne lakenzak ook geen overbodige luxe was geweest, aangezien temperaturen in de bergen in de nacht toch al snel richting het vriespunt gaan. Met 4 lagen kleding aan hielden we ons enigszins warm en na een verschrikkelijke koude nacht maakten we ons op voor de laatste 12km. Deze waren minder indrukwekkend dan de dag ervoor, maar nog altijd zeker de moeite waard. De bijgevoegde foto's spreken voor zich. Gebroken van de tocht ploften we in een bus die ons terug zou brengen naar Queenstown, maar en passant nog even langs de Milford Sound leidde. Daar kon je kiezen voor een zwaar gehypte cruise of lekker in de zon aan de kade blijven zitten. Wij kozen uiteraard voor het laatste. De dag werd afgesloten met een welverdiende Fergburger en het werd niet laat die avond.
Inmiddels wacht ik al zo'n 9 uur op Christchurch Airport op een vlucht naar Auckland en zijn er nog 8 uur te gaan. Om op onze uitgaven te besparen hebben we besloten om een nachtje door te halen op het vliegveld, iets wat de waarde van een goede nachtrust toch weer even benadrukt. Maar lieve mensen, ook dat is reizen. Straks vliegen we naar Auckland, om daar nog een dag of twee bij de tante van Paul te verblijven. Hier zullen we onszelf klaarstomen voor de reis naar Australië, om precies te zijn Cairns. Hier zullen we een camper oppikken, foto's volgen bij volgend verslag, en daarmee 32 dagen lang langs de Australische kust reizen en afzakken naar Sydney. We ruilen het koude Nieuw Zeelandse weer in voor de 30 graden in Australië: ook dat is reizen.
-
25 Oktober 2014 - 19:29
Sigrid:
Mooi verhaal. Beeldend, ik "reis" een beetje met je mee. Xxx
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley